Afgelopen Bevrijdingsdag was het twintig jaar geleden dat ik begon met basgitaar-spelen. Toen kocht ik op 15-jarige leeftijd met mijn vader zaliger een instrument in Amsterdam. Eerst tel je de jaren, realiseer je dat er drie verstreken zijn en vraag je je af wat je na tien jaar kan. Zo zijn er ineens twintig verstreken. – Toen had je nog Goede Tijden, Slechte Tijden, nu heb je nog steeds Goede Tijden Slechte Tijden! Soms, als ik tijdens een repetitie of optreden naar de stemknoppen kijk, denk ik eraan hoe lang ik dit al doe, ben meegegroeid, veranderd, toch hetzelfde gebleven, terwijl dit beeld al die tijd constant was.
Al die tijd gaf het spelen richting en een doel, met plezier als bijproduct. Van op de middelbare school toen ik op vrijdagmiddag bijna sliep in de les na alle avondrepetities, tot aan de momenten dat ik tijdens de slaapjes van mijn dochter net een halfuur tot een uur pak om even te studeren.
Het waren heus niet alleen maar mooie uren die ik beleefde in de (muziek)wereld, maar dat kwam nooit door het instrument of de muziek zelf. Die zullen dus zeer waarschijnlijk ook de komende twintig jaar in mijn leven blijven, bij goede gezondheid uiteraard. Hopelijk leidt dat (weer) tot velesamenwerkingen en komt er tegen die tijd nog publiek naar livemuziek, gespeeld door mensen van vlees en bloed!