In hedendaagse muziek wordt het instrument weinig meer gebruikt: een fretloze bas. Weinig redenen dus om er een te kopen, zou je denken. Toch had ik al een tijdlang de wens om wel een fretloze bas aan mijn verzameling toe te voegen. Dit omdat zo’n instrument een net wat andere klank heeft dan basgitaren met frets, die als je melodieën speelt wat extra’s toevoegt. De muzikant die het meest betekende voor de ontwikkeling van de mogelijkheden van een fretloze bas is natuurlijk Jaco Pastorius. Pino Palladino zette de kenmerkende klank ervan ook op de kaart, onder andere door zijn baspartijen voor de muziek van Paul Young.
Ik wilde dus zelf ook zo’n bas en daarbij viel mijn oog op een instrument dat ik al in huis had: mijn vijfsnarige Läkland bas. Deze had ik al een tijd niet gebruikt. Als ik een vijfsnarige bas nodig had, gebruik ik namelijk altijd mijn De Gier. Aan een bevriende ex-gitaarbouwer vroeg ik of hij het een goed idee vond om een ‘gefret’ instrument fretloos te maken. Hij antwoordde dat dit zeker wel een mogelijkheid was en dat hij het zelf wel wilde doen. Dit was bijzonder, omdat hij dit soort werk in principe niet meer deed. Kort daarna ging hij aan de slag en ik ben erg tevreden over het resultaat dat dit uiteindelijk opleverde.
Daarmee heb ik een extra klankkleur tot mijn beschikking. Waarschijnlijk zal ik dit instrument nog niet op korte termijn gebruiken voor optredens of opnames, omdat ik er eerst helemaal vertrouwd mee wil zijn. Maar de kans is groot dat ik er in de toekomst wel mee te horen ben. Het doet mij ook goed dat ik dit instrument waar een verhaal aan zit opnieuw ga gebruiken, in plaats van een nieuwe bas te kopen. Deze Läkland is namelijk mijn eerste vijfsnarige bas en ik gebruikte deze tijdens mijn afstudeerconcert in 2014. Wat mij betreft dus een goede beslissing om deze weer een nieuwe functie te geven.